Nieuw museum mag topstukken lenen: ‘Snoeptrommel die openging’
20 augustus 2024
GROENLO – Boven de gewelven van de Oude Calixtuskerk in Groenlo klinken boor- en timmergeluiden. “Yes, eindelijk, we gaan beginnen”, zegt Daphne Maas. Als directeur is ze dolblij dat maandag is gestart met de bouw van het Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog.
Het museum in het centrum van de historische vestingstad moet volgend jaar de deuren openen. Iets waar al jaren over gesproken wordt in Groenlo. “We merkten dat mensen soms dachten: het zal wel niet meer gebeuren. Maar nu gaan we écht het museum bouwen”, zegt Maas.
‘Kippenvel’
De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) wordt in het museum vanuit verschillende perspectieven belicht. “Je kunt een verhaal vertellen aan iemand, maar dat gaat altijd vanuit je eigen idee over iets. We willen mensen meegeven dat je een oorlog ook vanuit verschillende perspectieven kunt bekijken.”
Bezoekers worden met beeld en geluid meegenomen in het verhaal, maar ook spullen zijn straks te bewonderen. Zo komen er stukken uit de depots van het Rijksmuseum, Paleis Het Loo en het Nationaal Militair Museum naar de Achterhoek. “Van hele grote musea mogen wij topstukken lenen.”
Conservator Godfried Nijs zocht de stukken zelf uit. “Een soort snoeptrommel die openging. Ik had nog nooit een echte rapier (zwaard, red.) in m’n handen gehad, daar kon ik ze zo uit het schap trekken”, vertelt hij over zijn bezoek aan het Nationaal Militair Museum.
Echt of nep?
Het nieuwe Achterhoekse museum bouwt zelf de komende tijd ook een collectie op. Trots haalt Nijs een doos tevoorschijn. Verpakt in een laag plastic zit het allereerste museumstuk. “Dit is een morion. Een helm die de eerste klappen opvangt tijdens een zwaardgevecht. In de Suske en Wiske-albums hebben Spanjaarden uit de Tachtigjarige Oorlog altijd zo’n helm op.”
Nijs ontdekte de helm recent op een online veiling. Volgens de aanbieder zou hij 400 jaar oud zijn. “Stel je voor dat je een boel geld uitgeeft en het is een replica!”. Toch deed Nijs een bod. “Een half uurtje later hadden we hem.” Een dag later ging hij ermee naar de conservator van het Nationaal Militair Museum in Soesterberg. “Hij zei meteen zonder enige twijfel: hij is origineel, gefeliciteerd.”
Verkleedpartijtje
De helm is van rond 1575, maar lag jaren onder de grond bij Middelburg. “In de Zeeuwse klei, daarom is hij naar 400 jaar nog in zo’n goede staat.” Kunnen kinderen hem straks in het museum even proberen? “Nee dat niet, maar we hebben wel een verkleedhoek met kostuums uit de oorlog.”
Ook kunnen bezoekers zelf met een kanon schieten en zien hoe andere wapens werden gebruikt. Dat gebeurt straks niet op de begane grond van de kerk, maar op een nieuwe verdiepingsvloer die de komende maanden gebouwd gaat worden in het Rijksmonument.
1 miljoen euro
Aan de verbouwing hangt ook een prijskaartje. “De grootste geldschieter is de stichting Hart voor Vesting Grolle. Daar krijgen we 1 miljoen van”, zegt Maas. Met een bijdrage van de Vriendenloterij en andere fondsen hoopt het bestuur de rest van het museum te realiseren.
Waar vorig jaar nog bijna de helft van de musea in Nederland financieel in de problemen zat door corona en inflatie, ziet Maas de toekomst zonnig in. “Veel musea hebben geleund op gemeente- of provinciale subsidies, daar gaan wij al niet vanuit. Dus dat schrikt ons niet af. We weten dat het een uitdaging is, maar we gaan ervoor.”
Het museum mikt op zo’n 20.000. bezoekers per jaar. In april 2025 moeten de deuren opengaan.
Lees hier het artikel en bekijk de eerste beelden: https://www.gld.nl/nieuws/8191714/nieuw-museum-mag-topstukken-lenen-snoeptrommel-die-openging